Alexander de Grote. Alexander de Grote. Wiskunde: Vergelijkingen en vraagstukken 1ste graad secundair onderwijs. Veel leerlingen van de eerste graad vinden vergelijkingen en vraagstukken het allermoeilijkste onderdeel van getallenleer en van wiskunde in het algemeen.
Vind jij dat ook? Dan hebben we goed en slecht nieuws voor jou. Eerst het slechte nieuws: vergelijkingen en vraagstukken zijn heel belangrijk want de principes komen terug in heel wat andere wetenschappelijke vakken. Het goede nieuws is: we leggen je heel eenvoudig uit hoe je vergelijkingen en vraagstukken kan oplossen. Niet met saaie stukken theorie maar met leuke online lesvideo’s en duidelijke voorbeelden. Vergelijkingen oplossen Een vergelijking oplossen lijkt moeilijk, maar bij WeZooz Academy leggen we het je simpel uit. Eerstegraadsvergelijking oplossen: 5 simpele stappen 1. 2. 3. 4. 5. Bol. Cours de dactylo. Jeu des genre des noms (masculin féminin)
Le féminin des noms. En poursuivant votre navigation sur ce site, vous acceptez l'utilisation de cookies pour vous proposer des services et des offres adaptés à vos centres d’intérêts.
Pour en savoir plus cliquez ici. Zaubette une maitresse qui ouvre son cartable. Jeu éducatif de français : genre des noms, féminin ou masculin, Fle. Féminin des noms. Le genre des noms. Le féminin et le masculin des noms De manière générale, on forme le féminin d'un mot masculin en ajoutant un -e à la fin du mot.
Si ce nom se termine déjà par un e, on ne change pas l'orthographe du nom. On reconnaît que le nom est mis au féminin par son article devant le nom (ex : un élève, une élève). Un nom masculin porte un article au singulier comme un, le, l', ce, cet, ton, mon et son. Au féminin, ces articles deviennent une, la, l', cette, ta, ma et sa. un apprenti => une apprentie un marchand => une marchande Le fait d'ajouter un e à la fin du nom entraine des modifications sonores qui se répercutent au niveau de l'orthographe du nom.
Delen is leren. Europa: Hoofdsteden - Aardrijkskunde Spelletjes. 16.3 Benamingen van plaatsen, windstreken, talen, volkeren. (a) aardrijkskundige namen regel 16.E Een aardrijkskundige naam schrijven we met een hoofdletter.
Deze regel geldt voor plaatsen, streken, landen, maar ook bijvoorbeeld voor bergen, rivieren, woestijnen, hemellichamen. Amsterdam Antarctica de Verenigde Staten het Andesgebergte de Schelde de Sahara de Poolster In niet-wetenschappelijke teksten schrijven we: de aarde, de maan, de zon. regel 16.F Leidseplein Nederlandkunde de Scheldeoevers Nederlands Belgisch een Gentenaar Zuid-Afrikaans een Zuid-Afrikaan een New Yorker → verzwakte betekenis van aardrijkskundige naam: regel 16.H regel 16.G (1) De naam van een windstreek schrijven we met een kleine letter. (2) Als we er een geografisch, economisch of politiek gebied mee bedoelen, krijgt het woord een hoofdletter, maar dat geldt niet voor de afgeleide vorm. (3) Ook als de naam van een windstreek deel is van een aardrijkskundige naam, krijgt het woord een hoofdletter. (1) windstreek het noorden het zuiden van Frankrijk (2) gebied de oosterse filosofie Zuid-Afrika regel 16.H.
Werkwoordspelling online oefenen. Werkwoorden geven uitdrukking aan een actie (lopen), een toestand (zijn) of een gebeurtenis (sterven).
Werkwoorden nemen verschillende vormen aan, afhankelijk van hun betekenis of functie in een zin. Het zetten van deze werkwoorden in die verschillende vormen noemt men vervoeging van werkwoorden of werkwoordspelling. Het werkwoord verandert van vorm naar gelang: de persoon (eerste, tweede of derde persoon) het getal (enkelvoud of meervoud) van het onderwerp naar gelang de tijd die in de zin uitgedrukt wordt (heden of verleden) De oefeningen op werkwoordspelling op deze website behandelt de volgende moeilijkheden.
Conjugaison passé composé. Conjugaison Grammaire Consignes Conjugue correctement le verbe au présent de l'indicatif (à la bonne personne bien entendu).
Fiches sur la conjugaison et la grammaire Conjugue correctement le verbe au passé composé de l'indicatif (à la bonne personne bien entendu). Exploitations pédagogiques Ce jeu a pour but de travailler le passé composé de l'indicatif. Le système de points fonctionne toujours de la même façon, à savoir : Points de départ : 1000 ; Chaque seconde qui passe fait perdre un point ; Chaque bonne réponse fait gagner 10 points ; Chaque mauvaise réponse fait perdre 10 points .
Au bout de 20 points (durement gagnés parfois), on peut enfin enregistrer son score et se comparer aux autres joueurs ! Dernières mises à jour 09 juin 2014 : refonte graphique, nouveau système de score, ajout de verbes et autres petites options... 05 décembre 2015 : il y a de nouveaux verbes avec l'auxiliaire être et surtout de nouveaux verbes à la forme passive.
Liens avec les compétences du socle commun. Les exercices - calcul@TICE.